Slimmer Presteren Podcast Podcast Por Gerrit Heijkoop en Jurgen van Teeffelen arte de portada

Slimmer Presteren Podcast

Slimmer Presteren Podcast

De: Gerrit Heijkoop en Jurgen van Teeffelen
Escúchala gratis

OFERTA POR TIEMPO LIMITADO. Obtén 3 meses por US$0.99 al mes. Obtén esta oferta.
Over sport, onderzoek en innovatie. Jouw wekelijkse kop koffie met wetenschapsjournalist Jurgen van Teeffelen en middle-aged-man-in-lycra Gerrit Heijkoop. Voor mensen die hun grenzen willen verleggen, maar daarbij de grens tussen 'onzin' en 'zinvol' niet uit het oog willen verliezen.Copyright 2025 Gerrit Heijkoop en Jurgen van Teeffelen Carrera y Trote Higiene y Vida Saludable
Episodios
  • Gezond en fit ouder worden met alternatieve eiwitbronnen volgens Lotte Koopmans
    Nov 7 2025

    Dit is de 244e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:

    Gezond en fit ouder worden met alternatieve eiwitbronnen volgens Lotte Koopmans

    INLEIDING:

    Hoe blijf je sterk, fit en herstellend, ook als je ouder wordt? In de aflevering van deze week praten Gerrit en Jurgen met arts-onderzoeker Lotte Koopmans, die promoveerde op het effect van verschillende eiwitbronnen bij actieve ouderen.

    Ze deelt haar bevindingen over melkeiwit, erwteiwit en meelwormeiwit, en wat deze alternatieve eiwitbronnen kunnen betekenen voor spierherstel, voeding en duurzaamheid.

    Een gesprek over wetenschap, smaak en gewoontes, dat laat zien hoe slim eten bijdraagt aan gezond presteren op elke leeftijd.


    Vragen die in deze aflevering worden beantwoord:

    1. Waarom hebben ouderen eigenlijk meer eiwit nodig dan jongeren?

    Ouder worden gaat vaak gepaard met een verminderde gevoeligheid van de spieren voor eiwit, ook wel anabole resistentie genoemd. Dat betekent dat het lichaam minder efficiënt reageert op voeding en training. Volgens Lotte Koopmans helpt het om de eiwitinname te verhogen naar ongeveer 1 tot 1,2 gram per kilo lichaamsgewicht per dag. Voldoende eiwit zorgt ervoor dat spieren sterk blijven en dat herstel na inspanning sneller verloopt.


    2. Wat verstaan we precies onder ‘alternatieve eiwitbronnen’?

    Daarmee bedoelen onderzoekers alle eiwitten die niet uit traditionele dierlijke producten komen, zoals melk of vlees. Denk aan plantaardige bronnen zoals peulvruchten en erwten, maar ook aan innovatieve varianten zoals insecteneiwit. Lotte benadrukt dat deze alternatieve eiwitbronnen niet per se minderwaardig zijn: ze kunnen vergelijkbare aminozuren bevatten, maar vragen soms een iets hogere inname om hetzelfde effect te bereiken.


    3. Zijn alternatieve eiwitbronnen geschikt voor sporters?

    Zeker, zegt Lotte, zolang de totale eiwitinname op orde is en de kwaliteit van de bron goed is. Melkeiwit blijft de referentie, maar een combinatie van dierlijke en plantaardige eiwitten werkt prima. Wie bewust kiest voor duurzaamheid, kan gerust variëren met erwten, soja of zelfs meelwormeiwit. Het belangrijkste is dat het product goed verdragen wordt en geen maag- of darmklachten geeft, iets wat bij nieuwe eiwitvormen soms voorkomt.


    4. Helpt meer eiwit ook om spierpijn te voorkomen?

    Niet direct, legt Lotte uit. Spierpijn en spierschade zijn niet hetzelfde. Eiwit helpt bij herstel van weefsel, maar voorkomt de tijdelijke stijfheid die hoort bij training niet volledig.


    5. Zijn eiwitsupplementen nuttig, of kun je beter gewoon eten?

    De meeste mensen halen genoeg eiwit uit gewone voeding. Lotte ziet supplementen vooral als handig hulpmiddel als je te weinig binnenkrijgt via maaltijden. Ouderen geven vaak de voorkeur aan volwaardige voeding boven shakes of poeders. Daarom werkt onderzoek nu aan producten waarin alternatieve eiwitbronnen verwerkt zijn, zoals brood of soep met extra eiwit. Dat is praktischer, smakelijker en beter vol te houden.


    6. Wat kunnen jongere sporters leren van dit onderzoek bij ouderen?

    Volgens Lotte laat het onderzoek vooral zien hoe belangrijk consistentie is. Spieren reageren op prikkel en voeding, ongeacht leeftijd. Wie goed traint, gevarieerd eet en voldoende eiwit neemt, blijft sterk en herstelt sneller. Alternatieve eiwitbronnen kunnen daarbij helpen, zeker als je bewust met duurzaamheid bezig bent. Ouderen laten zien dat spierkracht te behouden is, zolang je blijft bewegen en slim eet.


    Handige bronnen en links:

    Link naar het proefschrift van Lotte:

    Más Menos
    59 m
  • Spiergeheugen: hoe kun je slim profiteren van je eerdere trainingsarbeid?
    Oct 31 2025

    Dit is de 243e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:

    Spiergeheugen: hoe kun je slim profiteren van je eerdere trainingsarbeid?

    INLEIDING:

    Na een blessure of een drukke periode voelt het vaak alsof je helemaal opnieuw moet beginnen. Maar je spieren denken daar anders over. In de aflevering van deze week onderzoeken Gerrit en Jurgen wat wetenschap en praktijk zeggen over spiergeheugen: het vermogen van je lichaam om eerdere trainingsarbeid te “onthouden”.

    Samen met sportarts Guido Vroemen ontrafelen ze hoe kracht en vorm sneller terugkomen dan je verwacht, en wat dat betekent voor de manier waarop je na rust weer opbouwt. Een aflevering vol inzichten die je helpen slimmer, rustiger en met meer vertrouwen te trainen.


    Vragen die in deze aflevering worden beantwoord:

    1. Hoe snel verlies je kracht en conditie als je stopt met trainen?

    Na een week of twee zonder training begint het lichaam merkbaar te veranderen. Je verliest wat uithoudingsvermogen en spierkracht, maar het gaat langzamer dan veel sporters denken. Jurgen legt uit dat spiervezels kleiner worden, maar de celkernen blijven behouden. Daardoor kan de spier bij hervatten sneller herstellen. Volgens Guido zien sporters na een rustperiode vaak binnen twee tot drie weken alweer duidelijke vooruitgang.


    2. Bestaat spiergeheugen echt of is het een mythe?

    Spiergeheugen bestaat echt, maar het is geen geheugen zoals in je hoofd. Het zit in de structuur van de spiercellen. Eerdere training laat sporen achter in de vorm van extra celkernen en epigenetische veranderingen. Daardoor reageren spieren sneller als je opnieuw begint te trainen. Guido merkt dat sporters die ooit goed getraind waren, veel sneller terug op niveau komen dan nieuwkomers, zelfs na maanden pauze.


    3. Hoe lang blijft dat spiergeheugen actief?

    Dat verschilt per persoon en per trainingsvorm. Studies laten zien dat spiergeheugen maanden tot zelfs jaren kan blijven bestaan. Jurgen vertelt dat de extra celkernen waarschijnlijk levenslang aanwezig blijven, terwijl de epigenetische aanpassingen langzaam vervagen. In de praktijk betekent dat: hoe langer en consistenter je hebt getraind, hoe sterker en duurzamer het geheugen. Guido ziet dat ervaren sporters zelfs na een lange blessureperiode opvallend snel herstellen.


    4. Geldt spiergeheugen alleen voor krachttraining, of ook voor duursporten?

    De sterkste bewijzen zijn gevonden bij krachttraining, waar spiercelstructuur en -volume belangrijk zijn. Bij duursport werkt spiergeheugen indirect: je lichaam herinnert zich het bewegingspatroon, de efficiëntie en de mentale prikkels. Daardoor voelt een herstart vaak sneller vertrouwd. Guido benadrukt dat ervaren lopers en fietsers na rust minder last hebben van techniekverlies, maar wel voorzichtig moeten zijn met belasting op pezen en gewrichten.


    5. Hoe kun je het spiergeheugen slim benutten bij een herstart?

    Volgens Guido is geduld de sleutel. Begin met lichte belasting en kortere trainingen, zodat je lichaam kan wennen. Spiergeheugen helpt vooral als je de heropbouw geleidelijk doet. Overhaasten heeft geen zin: pezen en banden moeten meekomen. Jurgen vult aan dat variatie helpt om het geheugen te “activeren”; afwisselen tussen kracht, tempo en techniek zorgt voor een snellere terugkeer van vorm. Consistentie is belangrijker dan intensiteit.


    6. Wat betekent spiergeheugen voor sporters die even rust moeten nemen?

    Voor wie door vakantie, werk of een blessure minder traint, is het geruststellend om te weten dat spiergeheugen sporters helpt sneller te herstellen. Guido adviseert om rustperiodes niet te zien als verlies, maar als onderdeel van een langere cyclus.

    Más Menos
    1 h y 8 m
  • Vloekend en tierend naar de finish: zinvol of onzin?
    Oct 24 2025

    Dit is de 242e aflevering van de Slimmer Presteren Podcast, over sport, onderzoek en innovatie. In deze aflevering hebben Gerrit en Jurgen het over:

    Vloekend en tierend naar de finish: zinvol of onzin?

    INLEIDING:

    Kan vloeken tijdens het sporten je prestatie verbeteren, of is het vooral een manier om frustratie kwijt te raken?

    In de aflevering van deze week onderzoeken Gerrit en Jurgen wat wetenschap en praktijk zeggen over vloeken en sportprestatie, en de kracht van taal in sport.

    We praten met taboestrijder Filip de Groeve over waarom een vloekwoord zoveel impact heeft op je lichaam, en met sportarts Guido Vroemen over hoe woorden pijn, motivatie en prestatie beïnvloeden.


    Het resultaat is een verrassend kijkje in de psychologie van pijn, emotie en zelfspraak, met praktische inzichten voor iedereen die zichzelf weleens tot het uiterste pusht.

    Vragen die in deze aflevering worden beantwoord:

    1. Helpt vloeken echt om beter te presteren tijdens het sporten?

    Uit verschillende onderzoeken blijkt dat vloeken tijdelijk kan helpen om beter te presteren, vooral bij korte, krachtige inspanningen. Het verhoogt de hartslag, onderdrukt pijn en activeert het zenuwstelsel, waardoor je net iets dieper in je reserves kunt tasten. Het effect is vooral merkbaar bij sprinten, gewichtheffen of korte tests. Bij duursport is het verschil minimaal. Vloeken is dus geen wondermiddel, maar kan als emotionele ontlading wel bijdragen aan een betere sportprestatie.


    2. Waarom werkt een vloekwoord beter dan een verzonnen krachtterm?

    Volgens taboestrijder Filip de Groeve zit de kracht van een vloek in de emotionele lading. Omdat taboewoorden vaak verboden waren in onze jeugd, zijn ze diep in ons brein verankerd. Ze roepen daardoor een fysieke reactie op die verzonnen woorden niet teweegbrengen. Een echt vloekwoord triggert emoties, spanning en adrenaline, terwijl een ‘nepwoord’ dat niet doet. Het effect van vloeken op sportprestatie is dus niet rationeel, maar biologisch en emotioneel.


    3. Kun je vloeken bewust inzetten als strategie tijdens inspanning?

    Niet echt, zeggen Gerrit en Jurgen. De kracht van vloeken zit juist in de spontaniteit. Wie probeert te vloeken omdat het “zou moeten helpen”, mist de oprechte emotie die het effect veroorzaakt. Bovendien treedt gewenning op als je het te vaak doet. De beste resultaten zie je bij sporters die uit pure frustratie of pijn een vloek laten ontsnappen. Zodra het een trucje wordt, is het effect verdwenen.


    4. Zijn er alternatieven voor sporters die niet willen vloeken?

    Absoluut. Muziek met een stevige beat of zelfs expliciete teksten kan een vergelijkbare reactie oproepen. Het verhoogt de motivatie en maakt pijn draaglijker. Ook positieve self-talk en aanmoediging van teamgenoten werken goed. Uit recent onderzoek blijkt dat sporters die verbaal werden aangemoedigd tijdens een test beter presteerden dan sporters die in stilte moesten doorgaan. Uiteindelijk draait het om taal, emotie en ritme: woorden hebben kracht, ook zonder vloeken.


    5. Wat vindt Guido Vroemen van vloeken in de sportpraktijk?

    Guido ziet regelmatig dat sporters vloeken tijdens zware inspanningstesten. Hij begrijpt dat mechanisme: een krachtterm kan helpen om pijn of frustratie los te laten. Zolang het niet respectloos is, ziet hij het als een natuurlijke reactie. Guido benadrukt wel dat het niet om het woord zelf gaat, maar om de emotie erachter. Wie die energie positief weet te gebruiken, haalt er het meeste voordeel uit.

    6. Wat is de belangrijkste les uit deze aflevering?

    Vloeken kan tijdelijk helpen om door pijn en vermoeidheid heen te breken, maar het is geen structurele prestatieverbeteraar. De sleutel ligt in hoe taal en emotie samenwerken. Of je nu vloekt, zingt...

    Más Menos
    1 h y 6 m
Todavía no hay opiniones